Voortdurend zoeken we naar veilige woorden. Een strakke mening moet niet te hard worden aangezet. Menigeen irriteert zich aan 'ik vind' of 'ik denk'. Het komt ons de keel uit, wanneer mensen dat als hun slechtgekozen cliché bezigen.
Nou, daar hebben we vandaag de dag een prachtig alternatief op gevonden: 'in mijn beleving'. Kijk, het is natuurlijk wel mijn strakke overtuiging, maar zo breng je dat niet. En, wacht eens… als straks blijkt dat ik er totaal naast zat, omdat ik enkele aspecten over het hoofd heb gezien, wat dan? Dat moet je ook niet hebben. Vandaar… 'in mijn beleving'.
Want blijkt het allemaal anders, dan zeg je gewoon: Oh, in mijn beleving was het zus of zo. Maar ja, het is mijn beleving maar, ik ben het niet zelf.
'In mijn beleving' wordt overigens heel drammerig gebruikt. Iemand kan wel iets anders vinden of er anders tegenaan kijken, maar 'in mijn beleving' is het toch zo en zo… en zó doen we het, ja?!
In mijn beleving is dit misschien wel een van de meest irritantie clichées. Ja, in mijn beleving dan, hè?!
vrijdag 27 juni 2014
In de basis
Een term die tegenwoordig in zakelijke gesprekken nogal eens klinkt is 'in de basis'. Dat is een geliefde uitdrukking van vooral voetbalminners. Zo laat je zelfs in je zakelijk taalgebruik merken dat je er wel écht verstand van hebt. In de basis staan niet bekende voetbalgoden, maar daar staat tegenwoordig een papiersoort, een bedrijfsuiting, een grof ontwerp, een … nou ja noem maar op. Het is de bodem waarop er in de loop van het gesprek zóveel wordt gebouwd dat die 'basis' nauwelijks meer herkenbaar is.
'In de basis' is ook een heel bruggenbouw-achtige uitdrukking. Iemand doet gaandeweg het gesprek een suggestie of zelfs een dwingende eigen inbreng. "Ja in de basis kunnen we dat zo stellen" en vervolgens wordt er toch nog zoveel van die ander opgebouwd dat de gespreksleider uiteindelijk helemaal zijn zin krijgt, maar elke medespeler tevreden is omdat zijn of haar zegje er wel ergens in verweven zit. Meestal in de basis.
Basis is eigenlijk fundament. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen, terwijl een prachtige villa werd bewonderd: ik heb het fundament gelegd of de palen de grond in gejast. Nee, de bewondering geldt enkel het object OP die basis: het huis.
We leven in een tamelijk zieke maatschappij, waarin niemand voor een ander wil onderdoen. Ieder heeft zijn prestige-projectje. Kijk maar naar diverse ministers en staatssecretarissen. Een plan moet koste-wat-het-kost doorgaan, want je naam is er immers mee gemoeid. En wordt het plan totaal omgevormd, door de nare inbreng van net even belangrijker individuen, dan kunnen we in ieder geval zeggen dat wij aan de wieg stonden van dat geweldige project. Het was eigenlijk óns plan. In de basis dan, weliswaar.
'In de basis' is ook een heel bruggenbouw-achtige uitdrukking. Iemand doet gaandeweg het gesprek een suggestie of zelfs een dwingende eigen inbreng. "Ja in de basis kunnen we dat zo stellen" en vervolgens wordt er toch nog zoveel van die ander opgebouwd dat de gespreksleider uiteindelijk helemaal zijn zin krijgt, maar elke medespeler tevreden is omdat zijn of haar zegje er wel ergens in verweven zit. Meestal in de basis.
Basis is eigenlijk fundament. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen, terwijl een prachtige villa werd bewonderd: ik heb het fundament gelegd of de palen de grond in gejast. Nee, de bewondering geldt enkel het object OP die basis: het huis.
We leven in een tamelijk zieke maatschappij, waarin niemand voor een ander wil onderdoen. Ieder heeft zijn prestige-projectje. Kijk maar naar diverse ministers en staatssecretarissen. Een plan moet koste-wat-het-kost doorgaan, want je naam is er immers mee gemoeid. En wordt het plan totaal omgevormd, door de nare inbreng van net even belangrijker individuen, dan kunnen we in ieder geval zeggen dat wij aan de wieg stonden van dat geweldige project. Het was eigenlijk óns plan. In de basis dan, weliswaar.
donderdag 26 juni 2014
Echt zoiets van… jaaah… weetje… hè?
Heerlijk, hè? Dat praten in brokken. Halve zinnen, soms slechts één woord. Als je erop gaat letten, dan doen mensen dat heel erg vaak en veelvuldig! Vooral die types, voor wie praten een doel op zich is. Niet communiceren, maar gewoon gezellig geluid produceren. Het niveau van een brabbelende baby nauwelijks ontworsteld.
Zo hoorde ik iemand iets vertellen over een zeurderig familielid. Het is ook eigenlijk nooit goed! "Nou, dan heb ook écht zoiets van… jaaah… weetje… hè?"
Ik had werkelijk geen flauw idee en moest ook de neiging onderdrukken te roepen: "Nee, ik weet het niet. Geen nótie!"
'Zoiets hebben van' is op zich al raar Nederlands. Dat is het kind dat gedachten, gevoelens en gesprek verhaspelt. Maar na dat 'zoiets van' komt dan dat iets te lang aangehouden, haast uitgezuchte 'jaaah' (met drie a's). Een keelklank van de opperste irritatieplank!
Vervolgens wordt het totaal uitgeholde 'weetje' ingevoegd. Een 'weetje' is eigenlijk een triviantje. Of een mop: weetje wat het verschil is tussen… Echter, dit weetje is een lo(o)s stopwoord, youknow?
Je vermoed eigenlijk dat de luisteraar allang is afgehaakt. Maar hoor, hij wordt er weer met zijn volle aandacht bijgehaald met het 'hè?'. Wat verbaasd kijkt hij rond: Huh? Heb ik wat gemist? Moet ik antwoord geven op iets?
Welnee! Gewoon begripvol knikken. Beetje lacherig grijnzen en sssss-klanken maken. 't Is toch wat?! Nou inderdaad! Dan zou ik ook zoiets hebben van: pffff… weetje? Nou!
Abonneren op:
Posts (Atom)