zaterdag 6 december 2014

A.U B.

Vanmiddag zat ik, na een wandeling door het Loetbos, met drie van mijn kinderen in een restaurant achter een heerlijke mok warme chocolademelk. Heerlijk! Naast ons tafeltje stond een nep-kerstboom met een piek waaruit nepsneeuw spoot (piepschuim). Grappig, net alsof het echt sneeuwde. Op een handgeschreven bordje stond dat we dat ding niet mochten aanraken. En er stond netjes 'a.u.b.' bij. Toen ik die drie letters op me in liet werken, dacht ik: dat klopt eigenlijk niet!

Je hebt zo van die afkortingen, die ingesleten zijn, maar taaltechnisch fout! En dan bedoel ik niet die muggenzifterige discussies over of je ds. drs. dr. prof. ir. en ing. wel of niet met een punt schrijft. Sommigen zeggen dan: het is een afkorting, dus een punt, anderen zeggen dat punten alleen aan het einde van een zin thuishoren. Maar je hebt ook een heel merkwaardige middenstroom, die er het complete woord bij leggen en dan zeggen: ds (dominus), drs (doctorandus), dr (doctor) en ir (ingenieur) behoren niet met een punt, want die eindigen ook op dezelfde letter als waarmee het complete woord eindigt. En prof. (professor) en ing. (ingenieur) behoren wél een punt te krijgen, omdat ze daadwerkelijke afkortingen zijn, middenin het woord. De punt suggereert dan als het ware dat er nog wat achteraan komt. Dat laatste vind ik niet. Een afkorting is een afkorting; en elke afkorting behoort een punt te krijgen, om daarmee aan te geven dat het een afkorting is. Ja, eigenlijk ook cm. en mm., almede kg., l. en zelfs m.!

Maar er zijn ook van die samengestelde afkorting: z.o.z. (zie ommezijde), of d.w.z. (dat wil zeggen). In al dit soort gevallen zijn brokken van het woord afgekort tot 1 letter. En om aan te geven dat er meer komt na elke letter, wordt er driemaal een punt gezet. Ook engelsen, duitsers en fransen doen dat: u.s.w. (und so weiter), s.v.p. (s'il vous plaît), s.o.s. (safe our souls).

Maar nu dat bordje bij de kerstboom van vanmiddag: a.u.b.. (let er ook op dat aan het einde van de regel er nog een sluitpunt komt, dus twee punten!) Klopt die afkorting eigenlijk wel helemaal? Waar is het de afkorting van? A.u.b.: als het u belieft. Ik snap best dat de afkorting a.h.u.b. niet echt lekker bekt, maar a.u.b.… Die punt achter de 'a' snap ik: a. = als. Die punt achter de 'b' ook: b. = blieft of belieft. Maar die punt achter de u? Waar komt die vandaan? Of liever, waar staat die voor? Wat wordt er afgekort met die punt? Voelt u? Dat schoot nu vanmiddag door me heen en ik snapte niet waarom nog nooit iemand daar over was gevallen. Het zal wel met die lastige fransen te maken hebben, die s.v.p. netjes met drie formeel juiste punten afkortten. Maar wie buitenlands vertaalt naar nederlands, moet niet 1-op-1 alles over willen nemen! Ik houd het bij a.u b., maar als u die spatie verwarrend vindt, mag u die wel weglaten, hoor! Krijg je a.ub. Hooguit dat een of andere taalhark u zal vragen waar ub. de afkorting dan toch wel van is…

maandag 25 augustus 2014

Arrogante productnamen

Je hebt in de reclamewereld veel superlatieven. Dat moet, want we moeten de mensen toch de indruk geven dat het nieuwe product écht alle voorgaande of andere producten overtreft. En niet zo'n beetje ook! Zo had je ooit de slogan: "Op een dag drink je geen bier meer, maar drink je Grolsch". Je schijnt pas een man te zijn – ik heb er natuurlijk geen verstand van als wijndrinker – als je bier drinkt. Bierdrinken heeft niets te maken met dorst, maar met véél zuipen. Maar al die zogenaamd stoere bierdrinkers worden met elkaar in een hoek geschoffeerd, door daar iets wezenlijks tegenover te stellen: Grolsch (met 'es see haa'). Da's geen bier, da's… eh… tjah eh da's Grolsch. Als je er beetje langer over nadenkt is het misschien helemaal niet zo'n handige slogan. Maar ja, zo gaat dat met kooplustig Nederland: lang nadenken vóór het kopen is er niet bij. Het is een kwestie van mensen snel over die koop-streep trekken!

Zo heb je bijvoorbeeld de Hema die de slogan bezigde: "De normaalste zaak van de wereld". Al die andere warenhuizen werden direct een hoek in geschoffeerd als 'niet normaal' of 'arrogant'; nee dan Hema! Nou heb ik als christen altijd een dubbel gevoel bij 'wereld'. Als het de gewoonste zaak van de wereld is, dan moet ik op zijn minst al een kritische houding aannemen!

Of, enkele jaren geleden VW: "Volkswagen, wie anders?" Dan durf je gelijk geen enkele vraag meer te stellen en geen opmerking te maken. Volkswagen! Wie anders? Ja dom natuurlijk, dat ik daar niet aan had gedacht!
"Een beetje van jezelf en een beetje van Maggi" was dan wel weer een soort van eerlijk. Och wat smaakt dat lekker, zeg. Ja, het is niet helemaal alleen van mezelf hoor. Ik had er ook een beetje van Maggi bij, zie je.
Of van die slogans, die jouzelf buiten spel zetten. In 1938 werd de CocaCola-slogan gelanceerd: "Thirst asks nothing more." Daar laten ze jouw dorst aan het woord; zie je wel, je dorst vraagt verder nergens meer om. Wat zit je daar nou in te schenken? Fanta? 7Up? Dom! Luister dan toch naar je dorst, man!
Nou, zo zouden we nog wel een poosje door kunnen gaan.

Maar staande voor het koekschap in de supermarkt, liet ik mijn ogen langs de namen van de diverse koeken dwalen. Ze bleven haken op het bordje bij 'Gevulde koeken'. Normaal lik ik dan m'n vingers af. Gevulde koeken! Lekker. Ja, niet met van die wittebonenmaalsels erin, maar echte banketbakkersspijs! Maar nu… die naam 'Gevulde koeken'. Daar zo temidden van de Stroopwafels, de Merpijpen, de Kletskoppen en de Jodenkoeken (oeps, dat mag niet meer; nou, de Speculaasjes dan). Ja kijk, dat waren natuurlijk geen gevulde koeken. De 'Gevulde koeken', dát waren de enige gevulde koeken. Die anderen?
Een gevulde portemonnaie staat tegenover een lege beurs. Een gevulde zaal is het tegenovergestelde van een lege zaal (en dus een afgang). Een gevulde orderportefeuille is de droom van alle (bijna) failliete bedrijven met een leeg orderpakket. Dus: je hebt Gevulde koeken en… lege koeken. Lege Stroopwafel (gevuld met stroop); lege mergpijpen (gevuld met cake en jam en botercrème); lege Kletskoppen (gevuld met stukjes caramel); lege Speculaasjes (gevuld met pittige speculaaskruiden). Nee, dan de Gevulde koeken!

donderdag 21 augustus 2014

Slaplant of Slaapland?

Taal is een raar ding. Waar zouden we zijn zonder het geschreven woord? De letters vormen samen een woord, maar het is belangrijk hóe ze gerangschikt worden. De betekenis kan zomaar wijzigen. Dat zul je allemaal weleens meegemaakt hebben. Daar zijn zelfs spelletjes van. Je kent die grappige zinnetjes wel, waar je plaatsnamen moet invullen, die dan in een bepaald verband een heel andere betekenis krijgen. Zoiets als: "Zwarte Piet kon het me ook niet helpen, dus ik denk dat ik dan toch maar naar ………" Inderdaad: Sint Nicolaasga. Of: "In schaken ben ik niet zo goed, maar ik vrees dat ik nóg ………" Juist: Rotterdam.

Een heel ander spel met woorden en letters is het anders opdelen van woorden: spoorweg-werkers of spoor-wegwerkers; klossie garen of klos sigaren. Bij dat laatste zie je al dat het grapje vooral fonetisch is. Grappige verschuivingen van klemtonen, dat deed mijn moeder vroeger al: "Hij zat in de gé van genis met een benen-pen hart en at de venterkoek. En dan zwijg ik nog maar van de bewust dislexische verdraaiing van letters in een woord, waardoor de grappigste woorden ontstaan.

Dat taal soms voor lastige dingen kan zorgen, als je spreektaal moet omzetten in geschreven woorden, ervoer ik eens tijdens een franse luistertest op de havo. Luistertesten waren niet mijn ding, maar ja, daar wordt niet naar gevraagd. Het verhaal van de luistertest ging over iemand die naar de winkel was gegaan voor een brood; hij liep 'dans la route' met 'la pain' onder zijn arm. Helaas moest ik het hebben van hapsnap-woordherkenning. 'Lapin'? Ja dat woord kende ik wel: konijn. Ik dacht het verhaal te begrijpen en ik zag de man met zijn konijn onder zijn arm langs de weg lopen. Wel een beetje raar, maar ja… rare jongens die fransen, niet? Bij de vragen die werden gesteld over het verhaal, kwam ik er pas achter (en dat was op zich nog net op tijd) dat het niet over een konijn, maar over een brood ging!

Hoe ik hierop kwam? Ik stuurde onze jongste daarnet voor de tweede maal naar zijn bed en vroeg hem waarover hij ging dromen. "Overrrrrrrrr…" (er vloog opeens een vogel langs het raam) "…vogels ennnnn… (om tijd te rekken) piraten," zei hij. "Vogels?" vroeg mijn vrouw. "En dan droom je zeker dat je op de rug van een vogel meevliegt, net als Niels Holgerson?" "Helemaal naar slaplant," vulde ik aan.

zaterdag 9 augustus 2014

De les van het Pourtrait

Voor een kerkhistorisch onderzoek stuitte ik op de volgende advertentie van 25 oktober 1792 in de Rotterdamsche Courant:


Men kon het portret van deze amsterdamse predikant (die eerder dat jaar nog in Rotterdam stond) kopen, als aandenken aan deze geliefde voorganger.
Waar het mij om gaat is het woord 'pourtrait'. Natuurlijk zitten we daar aan het begin van de franse tijd; nog enige jaren en de fransen zullen binnenvallen. Een zoetjesaan is men ook in het sociale leven al wat franse termen aan het importeren; zoals we dat tegenwoordig met vooral engelse termen doen. Maar toch…
Is dit nou een tikfout, een fonetische weergave van het franse woord 'portrait'? Of zou het woord portret misschien van 'pour trait' afkomstig zijn? Ik gooide de woorden 'pour' en 'trait' in GoogleTranslate en die vertaalde in eerste instantie 'pour trait' met 'voor (of ten behoeve van) functie'. Natuurlijk, dacht ik. Zo'n portret werd toentertijd gemaakt ten behoeve van iemands functie. Je zou volgens Google het woord 'trait' ook nog kunnen vertalen met 'kenmerk' of 'eigenschap'. En ook dat is waar, want een portret geeft iets weer van iemands eigenschap(pen). Maar ja… klopt dat wel?

Nu is er een mooie site (www.etymologiebank.nl), waarop je de herkomst van woorden kunt opzoeken. En dit vond ik: www.etymologiebank.nl/trefwoord/portret

portret zn. ‘afbeelding van een persoon, beschrijving’
Vnnl. pourtraict ‘afbeelding’ [1575; Stall. III], dit pourtraict ... vande oude cappelle ... door mr. J.G., schilder [1610; WNT uitsteeksel], portrai(c)t ‘afbeelding van een persoon’ in de Prins van Orange syn portraict te paard [1669; WNT], ‘beschrijving in woorden’ in je eygen portrait ‘een beschrijving van jezelf’ [1689; WNT]; nnl. portret ook ‘persoon’ in dat goor portret ‘dat akelige wijf’ [1721; WNT], ‘schilderij, afbeelding’ in een portret in miniatuur van haare Dogter [1784; WNT], ‘beschrijving in woord en beeld’ in Een zeer geslaagd portret ... Een aanwinst ... voor de filmotheek [1963; WNT Aanv. filmotheek].
Ontleend aan Frans portrait ‘karakterisering van een persoon in woorden’ [1550; TLF], eerder al ‘tekening of schilderij van een persoon’ [1538; TLF], ouder portret ‘afbeelding’ [ca. 1170; TLF], het zelfstandig gebruikte verl.deelw. van portraire, ouder pourtraire ‘schilderen, tekenen, afbeelden’, letterlijk ‘(lijnen) trekken, (een beeld) tevoorschijn brengen’, gevormd uit por-, pour- ‘tevoorschijn, voort’ < Latijn prō-, zie → pro-, en traire ‘trekken’ < Latijn trahere ‘trekken’, zie → tractor.

Dus dat 'Pourtrait' was nog zo gek niet geschreven. En dat GoogleTranslate zat er nog niet zo ver naast! Het is een tevoorschijn trekken van iemands beeldtenis. Met lijnen, potlood of verf, naar voren halen van datgene wat men wil laten zien van iemands eigenschappen en karaktertrekken. Eigenlijk geeft een portret, zelfs in de fotografie, dus altijd een vertekend beeld. De karikatuurtekenaar trekt het helemaal scheef, maar elk portret is – hoe minimaal ook – een afwijkend beeld van de werkelijkheid.

Moraal van het verhaal: het wezen van een geschapen mens laat zich niet vastleggen. Die mens heeft een hoge roeping, om het portret van zijn of haar Schepper te vertonen. Maar… sinds de zonde in de wereld is gekomen is dat portret – zelfs van de allerheiligste – een vertekend beeld van Wie God werkelijk is. Hmmm, wat een les, vind je niet?!

dinsdag 22 juli 2014

Apotheose

Er werd een festival georganiseerd met schitterende klassieke muziek. Een gepassioneerde presentator somde het programma op. "En de apotheose wordt…" Ik vond het een heerlijk en smakelijk woord. Dat moest vast iets lekkers zijn: apotheose. Op de een of andere manier associeerde ik het met 'compote', dat de appelmoes verre te boven gaat…

Inderdaad, apotheose betekent volgens VanDale: "schitterend slottoneel van een uitvoering of voorstelling". Laten we zeggen: de klap op de vuurpijl. 'De krent in de pap' of zo je wilt 'de kers op de taart'. Allemaal etenstermen, om je lekker te maken.

Een stuk minder smakelijk vond ik het woord, toen ik ontdekte dat dát de eigenlijke betekenis niet was. Letterlijk vertaald betekent dit van origine griekse woord 'de verheffing van de mens tot god'. Zo bleek Genesis 3 dus de apotheose van de mensheid te zijn. Zo zagen de 'antieken' het natuurlijk niet.
Laat ik Wikipedia citeren:
"Bij de Grieken was deze verheffing in de bloeitijd van hun geschiedenis ten enenmale onbekend, behalve in hun heroëncultus.
Heroën waren wezens, hoewel met een menselijk lichaam, toch boven de mensen verheven. Werden zij van de boeien van dat lichaam bevrijd, dan konden zij onder de goden worden opgenomen, zoals Herakles.
De mens evenwel, die zich lichtvaardig tot de rang van de goden wilde verheffen, werd door hun wraak op de verschrikkelijkste wijze getroffen.
Toen bij het verval van het Griekse volk het ongeloof algemeen was doorgedrongen, kwam de apotheose veel meer in zwang, doch zij was niets dan een blote titel, die aan degenen, welke men tot god verhief, geschonken werd (bijvoorbeeld Alexander de Grote).
Bij de Romeinen werden gewoonlijk de keizers na hun dood bij senatus consultum (Senaatsbesluit) tot goden verklaard. Deze apotheose heette consecratio.
Zie ik in dat laatste misschien toch iets terug in de heiligencultus in de Roomse Kerk? De heilig- en zaligsprekingen hebben toch wel deze lading, vrees ik.
Maar laten we dichter bij huis blijven: worden voetbalhelden of andere 'idolen' ook niet gezien als godenzonen, zo niet goden zelf? Idool betekent ook 'een voorwerp of persoon aanbidden als god'.

Dat is pertinent in strijd met wat God ons leert in Zijn Woord. Naast Hem is er niets of niemand die je goddelijk eer mag en kunt geven. Wel zo gezond ook, want hoeveel idolen zijn inmiddels al van hun voetstuk gestuiterd? Hoe goddelijk was Elvis Presley? Hoe volmaakt is Johan Cruyf? Hoe walgelijk zijn de talloze popsterren in hun lifestyle. Hoe weerzinwekkend dictatoren, die mensen dwingen hen goddelijke eer te brengen?

Apotheose… het gaf me tot slot toch een vieze smaak in de mond! Ik ben er compote van.

zondag 13 juli 2014

Onverwacht of onverwachts?

Mijn schoonvader was begrafenisondernemer. Bij het opstellen van de tekst voor een rouwkaart was hij altijd heel secuur. "Op de leeftijd van ... jaar"? Dan was je dus óp je verjaardag overleden. Voor alle 364 overige dagen gold: "In de leeftijd van ... jaar".

Zo wilden religieuze mensen nog wel eens de tekst van de rouwkaart beginnen met: "Na een langdurige ziekte heeft God van ons genomen...". Dat kón niet! God is niet langdurig ziek geweest, maar de overledene. Lastig, hoe je zulke teksten opstelt.

Maar een heel sterk punt had hij bij een verschrijving, wanneer iemand plots was overleden. Vaak schreven mensen dan: "Onverwacht is overleden..." of "Op het aller onverwacht is van ons heengegaan...". 'Onverwacht' betekent: je had niet kunnen bedenken dat dit zou gebeuren; je had het niet verwacht, ja, je had het zelfs niet kunnen vermoeden. Dat geldt nooit voor de dood! Elk mens, religieus of niet, wéét dat hij een keer moet sterven. De dood komt zéker. Het moment ervan weet je alleen niet. 
Het kan wel zijn dat je er geen rekening mee wilt houden. Dat je er niet aan wilt denken. Maar dat is wel dom, eeuwig dom! Zelfs als je niet gelooft dat er na dit leven nóg iets komt, dan nog wéét je dat het moment van sterven komt. En al helemaal, als je christen bent; dan zie je ernaar uit, eeuwig bij God te zijn, niet? Ondanks dat sterven of afscheidnemen betekent en gemis en pijn met zich meebrengt.
Maar afscheidnemen is er vaak niet bij, wanneer iemand plots overlijdt. Overlijdt zo iemand dan onverwacht? Nee, je kunt dat heel gewoon verwachten. Het stervensuur valt alleen plotseling, onverwachts! Het scheelt maar één letter: onverwacht of onverwachts. Maar het is een wereld van verschil: het verschil tussen onzinnig en waar.

donderdag 3 juli 2014

Nee, maar ja…

Maar ja…
Je hebt ja en nee, zou je zeggen. Duidelijker kan het niet. Wie 'ja' zegt moet ook 'ja' doen; en hetzelfde geldt voor 'nee'. Maar ja… nee klinkt zo hard! Wie ben ik om ja of nee te zeggen?

Ja maar…
De mensen die liever 'nee' vermijden, hanteren het 'ja, maar…' Ze geven je eigenlijk zó gelijk. Ware het niet dat… ze dat toch niet doen en voet bij stuk houden. Ja, je hebt gelijk, maar… we doen het toch niet. Goed argument, maar… voor mij niet goed genoeg om me over te halen. Leuk geprobeerd.

Ja maar ja…
Dan heb je nog de kleurloze types die je wel gelijk geven: ja! Echter, nee zeggen kost teveel moeite. Ze hebben zich tamelijk makkelijk neergelegd bij dat het anders is dan ze wilden. Vervelend, maar niets aan te doen. Nou is het toegeven van mislukkingen niet de sterkste kant van mensen. Zeker voor hen die 'stellig' over willen komen. Die bagatelliseren eigenlijk zo'n mislukking met 'ja maar ja…' De frustratie is maar een bagatelletje. Niet echt iets om je druk over te maken. Vervelend… ja… maar ja, wat wil je ook… Niet zo zeuren.

Ja maar, ja maar…
Dat zijn die adhd-typetjes die op een haast drammerige manier toch het hele stoomschip 180° willen omdraaien en weer terugduwen, de haven in. Ja maar, ja maar… kan het dan niet misschien een ietsepietsie toch zo gaan zoals ik wil? Ietsepietsie dan? Ah ah ah… plieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeees! Niet echt steekhoudende argumenten gebruiken, gewoon een naaldhak tussen de deur. Meer niet…

Ja!
De Bijbel roept ons op om standvastig en weloverwogen te zijn. "Laat uw 'ja' 'ja' zijn." Wees daarbij betrouwbaar en consistent. Als men je vandaag tegenkomt moet dat niet verschillend zijn met vorig jaar of volgende week! Ja. Niet jahaaaah! Maar gewoon: ja! Hier sta ik… en niet daar!

vrijdag 27 juni 2014

In mijn beleving

Voortdurend zoeken we naar veilige woorden. Een strakke mening moet niet te hard worden aangezet. Menigeen irriteert zich aan 'ik vind' of 'ik denk'. Het komt ons de keel uit, wanneer mensen dat als hun slechtgekozen cliché bezigen.

Nou, daar hebben we vandaag de dag een prachtig alternatief op gevonden: 'in mijn beleving'. Kijk, het is natuurlijk wel mijn strakke overtuiging, maar zo breng je dat niet. En, wacht eens… als straks blijkt dat ik er totaal naast zat, omdat ik enkele aspecten over het hoofd heb gezien, wat dan? Dat moet je ook niet hebben. Vandaar… 'in mijn beleving'.
Want blijkt het allemaal anders, dan zeg je gewoon: Oh, in mijn beleving was het zus of zo. Maar ja, het is mijn beleving maar, ik ben het niet zelf.

'In mijn beleving' wordt overigens heel drammerig gebruikt. Iemand kan wel iets anders vinden of er anders tegenaan kijken, maar 'in mijn beleving' is het toch zo en zo… en zó doen we het, ja?!

In mijn beleving is dit misschien wel een van de meest irritantie clichées. Ja, in mijn beleving dan, hè?!

In de basis

Een term die tegenwoordig in zakelijke gesprekken nogal eens klinkt is 'in de basis'. Dat is een geliefde uitdrukking van vooral voetbalminners. Zo laat je zelfs in je zakelijk taalgebruik merken dat je er wel écht verstand van hebt. In de basis staan niet bekende voetbalgoden, maar daar staat tegenwoordig een papiersoort, een bedrijfsuiting, een grof ontwerp, een … nou ja noem maar op. Het is de bodem waarop er in de loop van het gesprek zóveel wordt gebouwd dat die 'basis' nauwelijks meer herkenbaar is.

'In de basis' is ook een heel bruggenbouw-achtige uitdrukking. Iemand doet gaandeweg het gesprek een suggestie of zelfs een dwingende eigen inbreng. "Ja in de basis kunnen we dat zo stellen" en vervolgens wordt er toch nog zoveel van die ander opgebouwd dat de gespreksleider uiteindelijk helemaal zijn zin krijgt, maar elke medespeler tevreden is omdat zijn of haar zegje er wel ergens in verweven zit. Meestal in de basis.

Basis is eigenlijk fundament. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen, terwijl een prachtige villa werd bewonderd: ik heb het fundament gelegd of de palen de grond in gejast. Nee, de bewondering geldt enkel het object OP die basis: het huis.
We leven in een tamelijk zieke maatschappij, waarin niemand voor een ander wil onderdoen. Ieder heeft zijn prestige-projectje. Kijk maar naar diverse ministers en staatssecretarissen. Een plan moet koste-wat-het-kost doorgaan, want je naam is er immers mee gemoeid. En wordt het plan totaal omgevormd, door de nare inbreng van net even belangrijker individuen, dan kunnen we in ieder geval zeggen dat wij aan de wieg stonden van dat geweldige project. Het was eigenlijk óns plan. In de basis dan, weliswaar.

donderdag 26 juni 2014

Echt zoiets van… jaaah… weetje… hè?

Heerlijk, hè? Dat praten in brokken. Halve zinnen, soms slechts één woord. Als je erop gaat letten, dan doen mensen dat heel erg vaak en veelvuldig! Vooral die types, voor wie praten een doel op zich is. Niet communiceren, maar gewoon gezellig geluid produceren. Het niveau van een brabbelende baby nauwelijks ontworsteld.

Zo hoorde ik iemand iets vertellen over een zeurderig familielid. Het is ook eigenlijk nooit goed! "Nou, dan heb ook écht zoiets van… jaaah… weetje… hè?"
Ik had werkelijk geen flauw idee en moest ook de neiging onderdrukken te roepen: "Nee, ik weet het niet. Geen nótie!"

'Zoiets hebben van' is op zich al raar Nederlands. Dat is het kind dat gedachten, gevoelens en gesprek verhaspelt. Maar na dat 'zoiets van' komt dan dat iets te lang aangehouden, haast uitgezuchte 'jaaah' (met drie a's). Een keelklank van de opperste irritatieplank!
Vervolgens wordt het totaal uitgeholde 'weetje' ingevoegd. Een 'weetje' is eigenlijk een triviantje. Of een mop: weetje wat het verschil is tussen… Echter, dit weetje is een lo(o)s stopwoord, youknow?
Je vermoed eigenlijk dat de luisteraar allang is afgehaakt. Maar hoor, hij wordt er weer met zijn volle aandacht bijgehaald met het 'hè?'. Wat verbaasd kijkt hij rond: Huh? Heb ik wat gemist? Moet ik antwoord geven op iets? 
Welnee! Gewoon begripvol knikken. Beetje lacherig grijnzen en sssss-klanken maken. 't Is toch wat?! Nou inderdaad! Dan zou ik ook zoiets hebben van: pffff… weetje? Nou!